27-02-2023
Ruzie met mijn man komt niet veel voor,
Maar afgelopen week sloegen alle stoppen door.
Positieve gevoelens jegens hem totaal verdwenen,
Mijn stemming naam daarmee ook direct de benen.
Alles wat rest is irritatie en verdriet,
Maar enige vorm van liefde zit er gewoonweg niet.
In alles zijn we het pertinent oneens,
En wat de ander zegt, dat hoor je eigenlijk niet eens.
Want een ding is zeker, wat de ander zegt is niet waar,
Met zijn manier van spreken ben je al helemaal klaar.
De ene beent tijdens het wandelbezoek voor de ander uit,
Want zeker is, op dit moment komen we er niet uit,
Allebei ons eigen weg, geen communicatie voor de rest van de dag,
Zelfs bij het afscheid zeggen we elkaar geen gedag.
Voor vandaag is het klaar, boosheid staat op de voorgrond,
Tot je allebei de volgende dag beseft, dat je gedrag gemeen was en ongegrond.
Want bij beide komt de ruzie niet echt voort uit boosheid,
Maar een grote opkropping van machteloosheid,
Doordat onze levens van samengesmolten in een ruk zijn gescheiden,
En ons leven nauwelijks meer wordt beïnvloed door ons beiden.
Door onwetendheid voor elkaar onbegrip,
Uit dat gevoel heb je op je irritatie niet langer grip.
En zo uit gemis zich in een boosaardige ruzie,
En is de oh zo fijne relatie enkel nog bestaand in onze fantasie.