13-05-2023
Waarschuwing: er worden kledingmaten in vernoemd, ben je hier gevoelig voor, lees dan lekker een ander gedicht of een andere blog en ga jezelf niet bewust laten triggeren
In de kliniek had ik al eens de touwtjesoefening gedaan die je laat zien dat het beeld dat je hebt van je eigen lichaamsomvang onjuist is.
En toen bleek al dat de werkelijke omvang van mijn lijf in mijn hersenen volledig mis is.
Maar dat het zodanig afwijkt als dat ik gisteren in de C&A achter kwam,
Dat was een werkelijke klap in mijn gezicht, BAM.
Ben ik dan zo blind voor mijn magerte, dat ik echt de ernst zo slecht inzie.
Ja ik ben wel dun, maar gewoon een beetje dun, niet eng mager, dat is wat ik zie.
Een XS, dat past toch gewoon,
Ja het is wel ruim, maar dat past gewoon bij mij als persoon.
Toen liepen we over de kinderafdeling, waar kindermaatjes spijkershortjes hingen, en ineens vroeg ik mij af, zou mijn beeld realistisch zijn of echt afwijken.
Een gevaarlijk experiment, want als de grootste maat niet passen zou, 176, ja ik besef me dat dit heel eetgestoord is, zou ik van mijn stabilisatie willen afwijken.
Maar ik ging hem aan, pakte 176, 164 en ook maar een 148 voor de zekerheid.
Alleen bleken te groot, een voor mij vreemde werkelijkheid.
Niet direct schokkend, want 148 is toch nog best wel groot,
Dat dit een absurde gedachte is, is iets wat me in het moment ontschoot.
Toch maar een 140 pakken, al was ik heel bang dat hij te klein zou zijn, want ja een te kleine broek, dan ben je dik.
Ook een gedachte die ik nu 1000% kan weerleggen maar in het moment kom ik echt niet verder dan niet passen is te klein is ik ben te groot dus dik – klik.
Maar ook de 140 was te groot, en niet zo’n beetje ook, en dit was het moment dat ik me begon te beseffen dat dit echt niet helemaal normaal is meer.
Een 134 passen? Maar met het risico dat hij niet past? Risicovol maar wel ogen openend, ik besluit het risico te nemen en ga naar het kinderrekje voor de derde keer.
Ik sta met het broekje van maat 134 in mijn hand, voor 8-9 jaar staat op het label, ik probeer te beseffen wat het betekent als ik het wel pas en als ik het niet pas.
Wat mijn voorkeur heeft, wat dit zegt over de kracht van mijn eetstoornis, maar kom tot de conclusie dat beide eigenlijk chaos was.
134 passen is echt ziek dun, 8-9 jaar passen als 26 jarigen, dat moet je echt niet willen, dan ben je echt ziek,
Dat dit ook het geval is bij elke andere kindermaat, dat vergat ik in alle hectiek.
Maar 134 niet passen, betekent een te kleine broek en een te kleine broek betekent dik zijn.
Ook wanneer het maatje belachelijk klein.
Met oprechte angst trek ik het broekje, een spijkerbroekje met hartjes, aan,
En hij past, perfect, als gegoten, een opluchting voel ik door mijn lijf gaan.
Een misplaatste opluchting maar toch voel ik hem.
Want is het bewijs, ik ben niet dik, ik pas in kleine maatjes, gekalmeerd is mijn anorexia stem.
Maar vrij snel komt het besef van mijn wetenschappelijk brein,
Dat ik echt heel ziek ben zo klein.
En toch wint mijn anorexiahoofd van mijn verstandige deel.
En besluit ik dat gewichtsbehoud oké is, maar aankomen te veel.