Wanneer je in zorg gaat bij een zorginstelling voor psychiatrische zorg, ontstaan hele vertrouwelijke gesprekken. Je stelt je kwetsbaar op en deelt dingen die je normaal waarschijnlijk niet zo maar op straat gooit. Soms komt het voor dat er een conflict of gevoel van wantrouwen met/naar een zorgmedewerker ontstaat.
Verschillende nare gevoelens kunnen ontstaan tijdens een behandeling. Zo voelde ik mij regelmatig niet gehoord. Sterker nog, ik had het gevoel dat dingen die ik zei geïnterpreteerd werden op geheel andere wijze als dat ik ze had bedoeld. Ik ben doodsbang voor conflict. Het gesprek aangaan over wat ik niet fijn vind aan een bepaalde gebeurtenis/uitspraak vind ik heel moeilijk. Aangeven dat ik een vermoeden heb over hoe iemand over mij denkt vind ik nog enger. Daarom neig ik soms naar het opvragen van mijn dossier. Hierin hoop ik de antwoorden te vinden die ik zoek.
Dossiers opvragen
De wet WGBO maakt dat je te allen tijde het recht hebt om je eigen dossier in te zien. Meestal kun je door in te loggen een deel inzien. Echter, door aangetekend je dossier op te vragen, kun je alles inzien. Elke aantekening, elke rapportage, alle metingen, kortom alles wat over jou is geschreven. Hierover wil ik strikt adviseren: DOE HET NIET om bewijs te zoeken naar een mening over jou.
Ik heb in andere opnames/behandelingen een aantal dossiers opgevraagd. Ik had hiervoor twee redenen. Geheugenstoornissen tezamen met altijd alles willen weten zijn niet per se een slechte reden om een dossier op te vragen. Door het dossier door te nemen kreeg ik het plaatje terug van de hele opname/behandeling en zo kon ik de gaten opvullen in mijn hoofd. Dit kan heel helpend zijn, maar als je dit doet, adviseer ik wel goed bij jezelf na te gaan of dit jouw hoofdmotivatie is voor het opvragen.
Bij mij is dit in medische dossiers bijna altijd wel het geval maar in de psychiatrie niet. Maar de hoofdreden was een combinatie van achterdocht en nieuwsgierigheid over wat ‘mensen van mij vinden’. Heeft die arts echt een hekel aan mij? En die verpleegkundige? Toen ik dit zei, werd dat toen geloofd? Interpreteren ze mijn gedrag wel zoals ik het bedoel?
Doel van een medisch dossier
Ondanks dat dit verleidelijk blijft bij nare ervaringen, doe ik dit nu niet meer. Ik raad dit ook in de meeste gevallen af. Een dossier is niet gemaakt voor geruststellen van jouw gevoel van wantrouwen. Een dossier is louter bedoeld als communicatiemiddel tussen zorgmedewerkers OM JOU GOEDE ZORG TE KUNNEN LEVEREN. Dossiers zijn objectief. Dossiers zijn veranderlijk. Stukken in het dossier zijn visies van een bepaalde medewerker.
Wat vind je in het dossier
Zoals ik net ook al een beetje toegaf, de eigenlijke reden is toch meestal achterdocht. Een idee dat mensen mij een naar persoon vinden. Bewijs hiervoor zoeken in het dossier. Ik kan je vertellen, je zal het bewijs vinden. Niet omdat het de waarheid is. Wel omdat er vast ergens een objectieve benadering staat die jij beoordeelt als subjectief en aanvallend. Omdat er niets positief subjectiefs in staat. Je gaat niet vinden, mevrouw is zo leuk in de groep. Mevrouw is zo aardig en leuk persoon.
Daarbij worden de meest opvallende dingen beschreven. Het is namelijk bedoeld kort en bondig door te geven aan de volgende ploeg/voor het volgende gesprek waar de aandachtspunten liggen. Heb jij een hele dag gehuild? Dan ga je dat zeker weten terugvinden (mevrouw was hele dienst somber, huilde, korte omschrijving reden). Heb jij wangedrag vertoond? Dan ga je dat zeker weten terugvinden (gedetailleerd wat jij hebt gedaan, kort de aanleiding maar de schuld ligt voor je gevoel in het dossier altijd bij jou, ook wanneer jij vindt dat een medewerker de uitlokker was). Heb jij een gezellig gesprek gehad met een medewerker over iets wat niet relevant is voor een andere medewerker/een volgend gesprek, dan zal je hooguit vinden dat je ‘goed gestemd’ was, ‘spraakzamer dan anders’ misschien, maar de lading en lol gaat eraf, net als de tijdsduur.
Wat kun je ook doen met een gevoel van wantrouwen
Wat veel beter werkt, dat heb ik zelf aan de lijven ondervonden, is uitspreken dat je achterdochtig bent. Ben jij achterdochtig over een bepaalde verpleegkundige/sociotherapeut, geef dit dan aan bij een werknemer die jij vertrouwt. Ga samen met die werknemer na wat die achterdocht inhoudt en waarom die bestaat. Ga vervolgens samen met die werknemer het gesprek aan met die persoon waar jouw achterdocht over bestaat. Check of jouw achterdocht reëel is. Dit mag je letterlijk doen. Je mag ook voorbeelden noemen waarom jij denkt wat je denkt. Maar bespreek dit wel voor en doe dit samen. Schrijf van tevoren op wat je wil bespreken. Niet freestylen in zo’n belangrijk gesprek maar weten wat jouw gevoel inhoudt, waarom dit zo is en vervolgens checken of dit klopt.
Mijn ervaringen met het gesprek aangaan
Ik heb dit 3 keer gedaan, bij 3 uitersten en met 3 verschillende uitkomsten. Alle drie de voorvallen ga ik beschrijven, omdat je dan misschien meer vertrouwen hebt in dat dit echt het beste werkt.
De eerste keer dat ik een derde betrok was toen ik duidelijk voelde dat een therapeut op de groep mij niet mocht, omdat zij mijn autisme niet begreep. Waar ik dingen letterlijk bedoelde, vatte deze persoon het vaak op als een oordeel of een mening. Waar ik een oprechte vraag stelde, vatte deze persoon dat op als vragen naar de bekende weg (om te sarren?). Ik kreeg veel meer kritische opmerkingen. Ik kreeg vaak geen antwoord op mijn vragen maar enkel commentaar. Samen met mijn persoonlijk begeleider zijn we gaan inventariseren hoe het zou kunnen komen dat die persoon anders op mij reageerde dan op andere cliënten. Hierboven schreef ik ‘omdat zij mijn autisme niet begreep’. Dit is een inzicht wat ik kreeg na een aantal gesprekken over mijn gevoel van gehaat worden door die persoon zonder te snappen waarom. Uiteindelijk hebben we besloten om een stukje te schrijven over hoe autisme werkt in mijn hoofd. Dit stukje heb ik ook op mijn blog weleens gedeeld. Dit heb ik met de persoon in kwestie gedeeld, door het document door te nemen met deze persoon en mijn begeleider. Ik had haar aangegeven dat wanneer zij mijn document niet begreep, zij haar vragen gewoon kon stellen. Dit gaf een subliem effect. We konden niet alleen voortaan door een deur, we kregen zelfs een toch wel wat hechtere band dan met veel andere therapeuten. Vanwege dit effect, heb ik het document met alle therapeuten in die instelling gedeeld. Dit heeft een enorm positief effect gehad op de bejegening richting elkaar.
Wat je hieruit kunt leren:
- Als je het gevoel hebt dat iemand je haat, zal dat gedeeltelijk enkel in jouw hoofd zitten. Beroepsprofessionals hebben gerust voorkeuren en minder favoriete patiënten maar echt haten, zo ver gaat dat denk ik niet snel. Dit kan ik ook opmaken uit mijn eigen verpleegkundige stage op een psychiatrische afdeling, waar ik veelal bij de overdrachten heb gezeten.
- Onbestemd maakt onbemind. Onbegrepen gedrag is moeilijk om op te reageren. Leg uit waarom je bepaald gedrag vertoont. Leg uit waarom je bepaalde dingen zegt. Leg uit, leg uit, leg uit.
- Het gesprek aangaan werkt.
De tweede keer dat ik dit deed was bij een behandelaar die dingen tegen mij zei waarvan ik van mening was dat dit grensoverschrijdend was. Dus dingen waarvan ik dacht, dit kun je niet maken. Ik heb voor mezelf bijgehouden wat er dan precies voor mij grensoverschrijdend was. Bepaalde opmerkingen? Een schuld in mijn schoenen schuiven? Een bejegening? Een agressief voorval dat in mijn ogen niet nodig was omdat de dreiging zwaar overdreven werd? Het kan van alles zijn. Wat het precies bij mij was ga ik niet op in, het doel van deze blog is niet een persoon aanvallen op het internet. Maar ik kwam uit op een combinatie van factoren waarvan ik dacht, dit kan beroepsmatig niet. Ik heb dit besproken met mijn persoonlijk begeleider van dat moment. Zij was het met mij eens. Om te checken, ik vind het nogal een beschuldiging dat iemand beroepsmatig grensoverschrijdend handelt, heb ik dit gecheckt bij nog twee andere therapeuten. Ook zij waren het met mij eens. Met mijn persoonlijk begeleider had ik besloten om voorvallen op te schrijven, te noteren wat dat met mij deed en uit te leggen waarom ik vond dat dit niet gezegd kon worden. Vervolgens hebben we heel zorgvuldig besproken hoe we dit gesprek gingen aanpakken. Het gesprek zelf is zenuwslopend, al vanaf het moment dat je weet dat het eraan komt. We zaten daar met zijn drieën en de persoon in kwestie besloot al mijn voorbeelden af te doen als verzonnen en onzin. De persoon besloot zich vooral op mijn gespreksgenoot te richten en dan eigenlijk enkel zichzelf te verdedigen door enkel te blijven herhalen dat het allemaal in mijn hoofd zat. Dit is de enige officiële klacht over een medisch professional die ik ooit heb ingediend. Dit is dus een voorbeeld dat het gesprek aangaan niet hielp. Mij eigenlijk alleen maar een rotter gevoel gaf, de persoon betichtte mij namelijk van liegen, iets wat geenszins aan de orde was. Dit is de enige keer dat ik de therapeutische band heb opgezegd en beroep heb gedaan op het recht op een andere behandelaar.
Wat je hieruit kunt leren:
- Ga wel het gesprek aan, probeer eruit te komen, dien geen klachten in als je de kant van de persoon waar jij een klacht over hebt, hebt gehoord.
- Als jij er echt van overtuigd bent dat er grensoverschrijdend is behandeld, dien dan een klacht in. Je hoeft niet alles te pikken. Maar laat het hier wel bij. Laat de klachtencommissie het overnemen. Jij geeft duidelijk aan waarom een klacht nodig is. Probeer daarna je boosheid los te laten en het handelen volledig uit handen te leggen. Ik zou zelfs willen zeggen, probeer deze persoon uit je hoofd te halen.
- Als je er met een behandelaar echt niet uitkomt, wissel dan van behandelaar. Maar wisselen van behandelaar is niet stap 1. Een onenigheid is geen goede reden om van behandelaar te wisselen. Doe dit ook niet zelfstandig maar betrek andere behandelaren.
Mijn derde voorbeeld ligt tussen deze twee voorbeelden in. Het ging om een instelling waar ik per dienst een aanspreekpunt had maar geen algemene persoonlijk begeleider. Uiteraard werken er niet extreem veel mensen op de afdeling, het gebeurt dus regelmatig dat je door iemand wordt begeleid die je eerder als begeleider hebt gehad. En dat is ook fijn. Je leert uiteindelijk vrij snel iedereen wel een beetje kennen. Uiteraard heb ik mijn voorkeuren en mijn minder favoriete begeleiders, dat hoort er nu eenmaal gewoon bij. In het normale leven mag je ook niet iedereen evenveel als de ander. Maar met sommigen botert het echt niet. Meestal kies ik er dan voor die dienst maar voor lief te nemen dat ik alleen hulp vraag waar nodig, geen diepgaande gesprekken heb en mij verder zo bereidwillig mogelijk opstel. Echter had ik meerdere diensten gehad met deze persoon en elke dienst was er wel iets voorgevallen wat me echt niet lekker zat. Geen mega grensoverschrijdende zaken maar wel steeds dingen die ik als onprettig ervoer. Dit heb ik toen besproken in een dienst waarin ik werd begeleid door een begeleider die ik wat meer vertrouwde en toen dus besloten het met de desbetreffende persoon te bespreken. Opnieuw had ik een lijstje voorbeelden van uitspraken of gedragingen die ik niet prettig vond. Op mijn opleiding leerde ik dit soort voorbeelden altijd bij jezelf te houden. Dit is nuttig in de rol als medisch professional maar ook als patiënt. Je kunt zeggen ‘jij zie … en dat is een rotopmerking’ of ‘jij zei … en ik merk dat dit mij een naar gevoel geeft’, waarmee je exact hetzelfde zegt maar wel conflict vermijdend. Op deze manier hebben we met zijn drieën het gesprek gevoerd. De uitkomst: zij zou mij niet langer persoonlijk begeleiden. Wanneer zij aan het werk was, werd ik toegeschreven aan iemand anders, maar we blijven wel normaal tegen elkaar doen. We konden gewoon aan dezelfde tafel zitten tijdens het eten, groetten elkaar op normale wijze, kortom, we werden passanten in elkaars leven en niet meer dan dat. En dat was helemaal prima gedurende al die weken die volgden.
Helaas komt onenigheid in de psychiatrie geregeld voor. Perfect om een conflict of nare gevoelens jegens een persoon of instelling te voeden. Ik sluit de blog af met een herhaling van de allerbelangrijkste boodschap uit dit stuk: een dossier wordt niet geschreven voor jou om te lezen, maar wordt geschreven als overdracht aan andere collega’s om jou het beste te kunnen helpen. Gebruik het dan ook niet als toetsing van wat er van jou gevonden wordt, dat is het niet. Het is een dik pak (digitaal) papier vol objectieve bevindingen over jou, niet voor jou. Hou dat lekker zo, je wordt er echt niets beter van door die (digitale) jungle door te werken.