29-07-2024
Ik ben anders. Anders dan de norm. Alleen al het feit dat anders in mijn hoofd niets anders (haha geweldige woordgrap meid) betekent dan: minder dan twee standaarddeviaties afwijkend van het gemiddelde (weet je nog die middelbare-school-term) maakt mij anders. Ik ben uniek. Nou ja, laat ik het zo zeggen, ik ben anders en gebruik uniek nu als synoniem voor anders. Een positieve verkromming van het woord anders. Anders zijn heeft mij veel gekost. Uniek zijn heeft mij veel gegeven. Exact hetzelfde fenomeen kan mij neerwerpen op de bodem van een diepe put en mij uit diezelfde put halen.
Wat maakt mij anders
Ik kan objectief concluderen dat ik afwijk van de norm. Ik heb mij nooit thuis gevoeld in het grootste deel van de bevolking. In de geldende norm. Ik denk na over andere dingen en ik denk op andere wijze na over die andere dingen. Ik denk in patronen. Ik moet alles snappen.
Ik heb een ander vocabulaire dan mijn leeftijdsgenoten (zoals ik schrijf, zo spreek ik ook echt, zoals een dierbare puber altijd tegen mij zegt ‘jij weer met jouw nerdentaal, ik snap er geen fuck van’).
Het feit dat jij dit nu leest maakt mij anders, je leest mijn teksten wel terwijl het aanbod van teksten op het internet oneindig naderen.
Ik ben hyperintelligent, een woord wat ik verkies boven het door veel mensen hoogdraverige woord ‘hoogbegaafd’ wanneer het gaat over hun eigen kroost.
Ik heb de gift in het leven mijn gedachten op papier te zetten, zowel in tekst, als in poëzie en tekening. Maar vooral heb ik de gift enorm te genieten van het laatste, of zoals ik vaak zeg, ik heb de gave mij uren te kunnen vermaken met louter een blocknote en een pen.
Wat mij niet uniek maakt
Wat mijn account in eerste instantie voor de meeste mensen aantrekkelijk maakt is mijn anorexia. Logisch, het is fascinerend, ongrijpbaar en vooral heel raar voor eenieder die deze ziekte niet deelt (wie wil er nou zo lelijk dun zijn, wie wil er nou zo ziek zijn, hoe werkt dat nu eigenlijk in de hoofden van mensen die zichzelf uithongeren). Voor mensen die dit wel delen is juist het lezen dat een ander dezelfde rare kronkels in zijn of haar koppie heeft soms zo fijn, ik maak me daar soms ook schuldig aan.
Maar anorexia maakt mij totaal niet uniek. Mijn immense ziekteduur maakt me iets unieker, gelukkig genezen er veel patiënten eerder dan ik. Maar deze ziekte kent veel mensen met een langdurig patroon.
Op dit moment zijn er gedocumenteerd (ik zeg hier heel bewust gedocumenteerd omdat er veel mensen onder de radar lijden) 200.000 mensen met een eetstoornis in Nederland. Hiervan is het grootste deel vallende in de categorie NAO, de tweede plaats wordt ingenomen door de eetbuistoornis, een derde plaats krijgt Boulimia Nervosa met 22.000 op de teller (besef even dat de eerste en tweede bijna 10x! meer mensen zijn, terwijl de meeste mensen bij eetstoornissen direct denken aan boulimia en anorexia) en op een laatste plaats anorexia met 5500. Buiten beschouwing laat ik andere eetstoornissen omdat ik daar geen cijfers over vind of omdat ze niet binnen de DSM vallen zoals AFRID, PICA of orthorexia (en misschien ken jij er nog wel meer). Anorexia deel ik dus in Nederland al met 5499 anderen. Ten aanzien van de bevolking is dit een klein aantal, als je er een ruimte mee vult wordt het krap (afhankelijk van de grootte van de ruimte).
Wat mij ook niet uniek maakt is mijn autisme spectrum stoornis, die ik wel gewoon autisme noem, maar weet dat hier veel voorkeuren in zijn onder de personen met deze diagnose en omgeving maar ook in de maatschappij. Autist kan als scheldwoord gebruikt worden (ik ben vaker autist genoemd toen ik geen diagnose had dan toen ik hem wel had). Toch hecht ik totaal geen waarde aan de manier waarop autisme op mij wordt geplakt. Autist, ASSer, stoornis, doe je ding, het verandert mij niet. Mijn ASS deel ik met 1-2,1% van de bevolking, afhankelijk van welke bron je geloven wilt. Dit maakt mij een heel stuk minder uniek dan mijn anorexia. Sterker nog, ik ben ervan overtuigd dat iedereen iemand met ASS kent, of die nu gediagnostiseerd is of (nog) niet.
Nog minder uniek maakt mij het absoluut zwart kunnen zien van de wereld, ofwel een depressie. De teller staat op 25% van de bevolking die ergens in het leven officieel voldoen aan de DSM-criteria van depressie. Ook dit is iets wat niet iedereen weet. Depressie en Burn-out bijvoorbeeld zijn in veel gevallen een synoniem. Post natale depressies komen heel vaak voor, maar gaan regelmatig schuil onder de grijze wolk. En eenzaamheid en depressie is, vooral bij ouderen, vaak ook een pot nat.
Op eenzelfde wijze kan ik al mijn labels afgaan. Het feit dat het een officiële term krijgt in een handboek voor artsen bewijst eigenlijk al dat het niet uniek is, waarom zou je er anders een term aan koppelen?
Anders zijn als kind
Wanneer je je op een school vol ontwikkelende kinderen bevindt, is passen binnen de kaders erg handig. Niet omdat ik voorstander ben van een brei aan zelfde soort personen. Wel omdat eenieder die anders is in die cultuur gepest wordt. Ik ben op talloze unieke eigenschappen gepest. Mijn taalgebruik als nummer éen. Mijn accent, wat een mengelmoes is van zo veel invloeden dat er geen regio meer aan te koppelen valt. Maar vooral mijn ‘oma-taal’.
Ook mijn uiterlijk, door mijn eetstoornis, door mijn kledingkeuze, door mijn haar wat nooit in model kwam, door mijn bovengemiddelde okselzweetcapaciteit, door mijn grote neus, door mijn gebrek aan make-up, door mijn grote borsten als 8-jarige, door mijn kleine borsten (tov klasgentoten inmiddels klein) al 12+-jarige. Mijn hoge cijfers zonder moeite ervoor te doen waren ook geen favoriet onder anderen. Mijn spijbelen. And the list goes on. Ik liep niet binnen de paadjes. Ik kon dat niet, mijn persoonlijkheid is gewoonweg niet in die paadjes te krijgen.
Mijn vocabulaire/taalgebruik
Mijn vocabulaire bevat bovengemiddeld veel woorden uit het vocabulaire van 100 jaar terug. Het zijn hele handige woorden, die nu enkel een vervanging kennen door een veelal Engelse term of een heleboel Nederlandse woorden. Ik weet zeker dat alleen deze alinea een woord bevat wat niet standaard in jouw taalgebruik zit. Bevinden, eenieder, talloze, mengelmoes, bovengemiddeld, vocabulaire, veelal, hoeveel kun je er af vinken? En ook de volgende woorden worden nogal eens uit mijn zinnen gevist door afwisselend humoristische en kritische personen: noch, alhoewel, geenszins (ja zo schrijf je dat echt), te allen tijde (en niet ten alle tijden, ook dit is echt correct), kwalitatief, significant, relevant, hetgeen en zo kan ik door blijven gaan. Ik gebruik deze woorden geenszins om interessant of slim bevonden te worden. Het is wat uit mijn mond/vingers rolt omdat dit mijn normaal-gebruikte woorden zijn. Mijn oma prijst dit enorm, ik ben veel beter te verstaan dan haar andere kleinkinderen, wat absoluut niet naar of delegerend bedoeld is naar die andere kleinkinderen, die zij net als mij liefheeft. Mijn oudklasgenoten noemden mij nerd in de light-versie, professor in de aardige versie synoniemen voor hoogdravend om te compenseren voor mijn domheid als nare versie.
Ik ben zelf afwisselend blij en gefrustreerd over mijn taalgebruik. Ik vind het mooi dat, ondanks dat dit niet op prijs wordt/werd gesteld, ik mij nooit heb aangepast uit gevoel van tot de groep moeten behoren. Ik betreur alle nare opmerkingen. Ik profiteer van mijn taalgebruik bij het schrijven van universitaire stukken (in studietijd) maar ook in formele mails (gaat vanzelf). Ik kan erom lachen met mijn vrienden. Ik moet mij aanpassen wanneer ik doelgroepen zou willen bereiken die zo ver van mijn taalgebruik verwijderd zijn, dat ze mij daadwerkelijk niet meer kunnen volgen. Dan bedoel ik niet mensen die minder intelligent zijn. Onder deze categorie vallen kleine kinderen, het gross van de huidige jeugd, een groot deel van de gemiddelde bevolking en in mijn vroegere werk de ouderen waarmee ik werkte (met dementie). Taalgebruik aanpassen is kortdurend enorm eenvoudig. Maar een dienst van 8 uur, dan rolt er wel eens een nerdenwoord mijn mond uit die ik vervolgens probeer te vertalen naar gebruikerlijker Nederlands.
Maar je moet toch toegeven dat die oude woorden echt heel veel woorden vervangen. Alhoewel bijvoorbeeld, kun je vervangen de though (een Engelse variant die ik heel veel heb gehoord in mijn schooltijd) maar in het Nederlands heb je er (denk ik) meer woorden voor nodig, namelijk wat ik eerder zei ga ik nu anders zeggen?, al kun jij vast een efficiëntere omschrijving opduiken. Het woord efficiënt daarentegen kan worden vervangen door doelmatig, maar probeer daarentegen eens te vervangen.
Uiten in woorden
Wat mij enkel positief uniek maakt is het vermogen mij te uiten in woorden. Allereerst helpt dit mij enorm. Ik schrijf sinds mijn derde. Ik kan er mijn ei in kwijt. Ik kan mijn gevoel ombuigen op papier. Negatieve lading kwijt op papier. Positiviteit herbeleven door het om te zetten in woorden. Ik schrijf veel meer dan ik deel. Ik schreef al 25 jaar voordat ik überhaupt begon met delen met het grote publiek. Ik denk anders dan de meeste mensen. Ik heb een autistisch brein. Ik heb een analytisch brein. Ik denk veel. Ik denk snel. Ik denk na over dingen die anderen niet opvallen. Hierdoor word ik vaak niet begrepen. Want wie denkt er nou na over groepsvorming in een stadspark, het is toch logisch dat die jongens met zijn allen verzamelen op een basketbalveld, hun shirt uit trekken hoe koud het ook is en eindeloos een bal door een net proberen te gooien terwijl de rest dat probeert tegen te gaan. Dit is iets waar ik enorm hard over nadacht toen ik er vandaag langsliep. Waarschijnlijk heeft mijn zin van net gemaakt, dat ook jij er even anders tegenaan keek, maar ik denk dat de meeste mensen erlangs zouden zijn gelopen zonder hier veel gedachten over te hebben. Ik kan er gerust een net zo lang stuk over schrijven als dat ik nu geschreven heb over mijn rare hoofd. Iets wat ik niet doe omdat het niets toevoegt, mijn gedachten zijn al rond en jou als lezer boeit het waarschijnlijk bitter weinig.
Mijn gedachten zijn al rond is wel een enorm belangrijk stukje uit de zin. Ik kan beter nadenken op papier. Over alles. Als ik in mijn hoofd blijf zitten met vragen, dan begin ik te schrijven. Zoals over het verschil tussen uniek en anders, waar ik inmiddels een behoorlijke tekst over schrijf. Deze gedachte kwam tot mij in de supermarkt, waar ik te veel prikkels had om na te denken. Ineens dacht ik ‘ik ben zo anders maar dat klinkt zo negatief, laat ik het uniek noemen. Maar wat is het een interessant fenomeen dat twee woorden met een identieke betekenis een volledig andere gevoelsmatige lading hebben.’ Deze gedachte kwam niet rond door de stress en de overdaad aan prikkels die ik ervaar in de supermarkt. Ik noteer zo’n niet ronde gedachte in mijn whatsappgroep met mijzelf (de ideale digitale notitie-omgeving) en ga er dan later over nadenken. Als het me meer bezighoudt dan andere gedachten, als ik iets niet snap of wanneer het me niet loslaat, dan schrijf ik in blogvorm over het fenomeen. De meeste van deze blogs deel ik nooit, het zal een ander totaal niet boeien of het is persoonlijk. Of ik een gedachtedocument tot gedeelde blog maak bedenk ik bijna uitsluitend achteraf. Wat al mijn documenten gedeeld hebben is de opbouw. Een inleiding met probleemstelling of aanleiding tot schrijven, een titel wat letterlijk overgenomen is uit mijn whatsapp (en uiteindelijk vaak aangepast), een hele hoop invalshoeken in dit thema tot ikzelf mijn probleemstelling/vraag heb opgelost/beantwoord en een conclusie in de vorm van een samenvatting. Die conclusie is mijn conclusie. Ik kan de gedachte loslaten. Ik heb door de tijd heen ervaren dat het delen van deze gedachtestromen anderen doen begrijpen hoe ik denk, waardoor men mij beter begrijpt. Een bonus-item. Ik ben naast raar, anders of uniek ook een mens, een groepsdier en vind het fijn als mensen mij begrijpen en includeren.
Waar de woorden ophouden
Waar woorden ophouden beginnen de tekeningen. Ik teken voor de lol. Gebouwen. Dieren. Van alles. Als je mij volgt, heb je vast wel iets voorbij zien komen. Maar ik teken vaak ook gevoelens. Emoties waar geen woorden voor bestaan. Gevoelens die ik niet uit kan drukken in woorden. De meeste van deze tekeningen zijn te persoonlijk om in het grote publiek te delen. Het is voor mij enorm helpend om toch dat gevoel van mij af te kunnen schudden. Ook in traumaverwerking helpt het mij enorm, maar deze tekeningen zul jij als onbekende nooit onder ogen krijgen. Het zijn tekeningen als een soort dagboek. Als emotieverwerking.
Ook collages maak ik veelal om gevoel in te stoppen. Ik haal woorden uit tijdschriften, trek ze uit hun verband, voeg ze samen en maak mijn eigen verhalen. Dit maakt dat hele zware dingen ergens een soort grappig element krijgen en daardoor hun lading een stukje verliezen. Maar deze collages zijn veelal absoluut niet deelbaar. Daarbij voelt het ook veel te persoonlijk om aan anderen te tonen. Jij laat je dagboek toch ook niet lezen aan een random voorbijganger?
Nadenken over dingen die anderen niet zien
Nadenken over dingen die anderen niet observeren maakt mij trouwens ook heel uniek. Ik kijk heel vaak naar fenomenen in een soort helikopter view, waarna ze ineens heel interessant worden. Ik zie menselijk gedrag heel vaak als een enorm interessant fenomeen. Maar ook dingen als stadsparken (hier zit echt enorm veel logica en nadenkwerk/manuren in), opbouw van steden, het fenomeen tijd, het heelal, het bestaan, ach wat niet, mijn interesse is snel gewekt. Ik vind het een leuke eigenschap. Ooit vroeg ik als kind aan een vriendin: hoe kun je je vervelen in een wereld die zo veel biedt dat je hersenen het niet verwerken kunnen. Dit an sich is een abnormale vraag voor een 16-jarige. Maar het is wel toonaangevend hoe ik de wereld beschouw. Overal, echt overal, zit iets achter. Van alles kan je een studie maken.
Een grappig voorbeeld is een werkneemster van een kliniek die mij vroeg ‘hoe werkt die spray waarmee je je ramen kunt ontdooien’. Het antwoord waar zij naar zocht, bleek later, was ‘dat spray je op bevroren ramen, waarna je met een wisser al het ijs na een minuutje van je ruiten veegt’. Mijn opvatting was, laten we het houden op een gedetailleerd verhaal over de moleculen in die spray, hoe de het smeltpunt van H2O doen veranderen en hoe dat uiteindelijk leidt tot het ontdooien van de ruiten. De uitleg kostte meer tijd dan dat het de spray kost om die ruiten te ontdooien. Ook kon ze met dit verhaal haar ruiten nog steeds niet ontdooien. Een klein winstpuntje voor mij, in feiten stelde ze een verkeerde vraag. Ze vroeg namelijk hoe de spray werkt en niet hoe ze de spray gebruiken moest. Toch denk ik dat er weinig mensen zijn die gaan ouwehoeren over structuurformules wanneer deze vraag op hen afgevuurd wordt. We hebben er samen heel hard om gelachen.
Nadenken over nietigheid en grote levensvragen
Diepzinnig nadenken maakt ook dat ik mij zo nu en dan in hele diepe depressie bevind. Als mijn antwoord op de vraag van het nut van het bestaan is, er is geen nut, tja waarom leef ik dan. Maakt mijn aanwezigheid op deze aardbol verschil? Op mijn omgeving, ja. Op het gross van de mensen totaal niet. Als ik nooit bestaan had, dan was de wereld van jou gewoon zoals die nu ook is. Over tien jaar ben ik een vage herinnering. Over honderd jaar een urn. Over 1000 jaar niets. In het oog van de totaliteit van materie in het heelal maak ik een verwaarloosbaar klein deel uit. Ruw gezegd is mijn leven, als ik erover nadenk, totaal niets waard. Dat hoeft niet erg te zijn, het kost namelijk ook niets, dus als je toch leeft zou ik zeggen, lekker doen. Maar als je depressief bent is dit gedachtegoed bewijzend voor alle negativiteit in mijn hoofd. Ik kan dan ook alleen nog maar nadenken over grote vragen. Die basketballers van eerder hadden hooguit mijn aandacht getrokken met een gedachte van, hoe kan je lol halen uit een bal door een netje gooien. Hoe kan je lol halen uit een wereld met zo veel ellende. Hoe kan je lol halen uit een wereld waarvan je weet, dat het zijn einde zal vinden bij het uitdoven van de zon. Hoe kan je lol halen uit een wereld waarvan je weet dan de mensheid waartoe je zelf behoort zal uitsterven ver voor het vergaan van de aarde. Een mensheid die waarschijnlijk sneller uitsterft dan de gemiddelde diersoort doordat wij enorm zelfdestructief zijn (denk aan milieuproblematiek, oorlogen, kernwapens, IA, etc) En ga zo maar door. Ik ben anders. Hierdoor pas ik niet in de meeste groepen mensen. Ik heb goede connecties met bepaalde mensen. Dit zijn veelal mensen die mijns inziens ook een unieke kijk op de wereld of de omgeving hebben. Mensen die niet zeuren over het weer. Mensen die geen groepsdruk voelen en zich daaraan aanpassen. Dit maakt mijn groep echte goede vrienden klein, maar wel heel hecht. Het feit dat ik anders denk, dat is een feit en daar kan ik niets aan doen. Ook de wisseling tussen het positief ervaren en het de aanleiding laten zijn van een neerwaartse spiraal, is iets waar ik weinig aan kan doen. Wel kan ik nu zeggen dat je me niet meer kunt pesten met mijn anders zijn. Ik heb het geaccepteerd als mijn persoonlijkheid. Benoem jij het spottend, dan krijg jij een spotopmerking terug (hierin ben ik behoorlijk getraind). Bedoel jij het humoristisch, lach ik keihard met je mee. Feit is en blijft, ik moet het doen met het brein wat me gegeven heeft, een niet doorgaans brein, maar wel een functioneel brein, al haakt het een hoop psychiatrisch gedoe aan. Maar ook daarvan kan ik op dit moment zeggen, so be it. Het gaat om mijn leefbaarheid en op dit moment geniet ik van mijn nadenkstromen en hebben dagen te weinig uren. En dat is zeker na het recent achterlaten van mijn zoveelste depressie een absolute gift waar ik heel dankbaar voor ben.