Ken je dat gevoel dat je uit je broek gescheurd bent en hele stad dat ziet? Dat beetje overgewicht waardoor iedereen jou vies vindt. Die tas ongezonde voeding waar de kassière wat van vindt, maar ook zeker iedereen in de winkel en buiten de winkel ook iedereen die feitelijk niet eens kunnen weten wat er in die tas zit? Ofwel, ken je dat gevoel dat je ergens zo erg door afwijkt, dat iedereen dat ziet. Dat de hele wereld daar een mening over vindt? Ik wel.
Last
Er zijn denk ik veel gradaties in dit fenomeen. Zo kan ik er achter komen dat mijn gulp al open stond sinds ik het huis verliet 3 minuten geleden. Maar veel meer heb ik dit wanneer er een sonde in mijn neus zit. Gedeeltelijk is dit waarschijnlijk ook wel waar. Die sonde wijkt ook af, mensen zien dat. Heb jij ondergewicht/overgewicht in extreme varianten, ook dan zien mensen dat. Maar waar voel je je rotter door? In mijn geval die sonde. Die sonde zegt dat ik een stoornis heb. En daar schaam ik me voor. Die gulp daarentegen denk ik van, nouja, er zat een onderbroek onder en die mensen kennen me toch niet. Het gevoel van de sonde laat ik niet zo makkelijk los.
Ik denk dat je gemakkelijk de conclusie zal trekken: hoe meer ik afwijk van de norm, hoe meer mensen mij actief zijn. Toch denk ik dat dit onjuist is en vooral in je eigen hoofd zit.
Ben je wel echt zo belangrijk
Ik had zo veel last van dit fenomeen dat ik nauwelijks meer over straat durfde. In dat moment had ik een gezond gewicht. Ik was ervan overtuigd dat iedereen de vetrollen zouden zien. Maar vooral, ik was bang dat mensen daar een oordeel over hebben. Ongedisciplineerd. Lelijk. Zelfverwaarlozing. Ik had op dat moment een fantastische ambulant begeleider. Zij zei mij de volgende woorden, die mij echt anders hebben doen kijken naar de wereld: als je werkelijk denkt dat iedereen bezig is met jou observeren en een mening vormen dan vind je jezelf echt te belangrijk. Misschien komt dit over als een onaardige opmerking, maar denk er eens goed over na.
Test
Neem jouw laatste moment dat jij buiten was bij tenminste 10 mensen. Omschrijf is de derde persoon. Wat had hij of zij aan? Was hij zij dik/dun, warm gekleed/koud gekleed heeft diegene iets gezegd. Als je dit nu kan beantwoorden dan bij deze mijn complimenten, dan vraag ik jou het identieke te doen voor persoon 9. Waarom ik dit vraag. Jij bent voor jou voorbijgangers ook een van de vele mensen die zij zien. Als jij niet iets hebt wat echt enorm opvalt, dan zullen er gerust mensen kijken, een onaardig persoon nakijken maar echt onthouden, daartoe komt het bijna nooit. Een brein kan niet voorbijganger na voorbijganger onthouden. Niet iedereen kan jou onthouden.
Maar ik wijk wel heel veel af
Er zijn wel mensen op straat die je bij blijven. Waarschijnlijk, of in ieder geval bij mij, zijn dat mensen die sterk afwijken van de geldende onzinnorm des tijd en mensen die lijken/je doen denken aan een (verloren) bekende. Het zou dus kunnen dat je je niet enkel bekeken voelt, maar ook echt bekeken wordt. Door jouw authentieke kledingstijl. Door jouw zieke. Door wat dan ook. Maar is dit erg?
Bekeken worden
Ik heb lange tijd last gehad van het fenomeen ‘bekeken worden’. Het is geen geheim dat ik een leven heb met lange perioden van ondergewicht. Dit wijkt af en maakt dat je bekeken wordt. Ik heb dit heel lastig gevonden. Mensen die niet alleen kijken als je op ze afloopt, maar meekijken wanneer je voorbij bent gelopen. Ik heb hier langzaamaan mijn weg in gevonden. Niet omdat ik minder word aangestaard, wel omdat ik er anders mee omga. Waar dit eerst een strategie was om ermee om te kunnen gaan, kan ik er nu soms zelfs wat lol uit ervaren. Probeer maar eens hel hard en opvallend terug te kijken. En dan blijven kijken, ook als ze al voorbij zijn. Net zo lang tot zij uit schaamte hun blik afwenden. Een stuk efficiënter dan het benoemen van het gedrag. Zij worden immers ook vaak niet graag aangestaard. Het benoemen is overigens ook een werkende methodiek, maar dit durfde ik jaren later. Letterlijk de vraag, wel duidelijk terugkijkend in hun ogen, ‘kun je het zien?’. Rode gezichten is wat volgt. Ik denk niet dat dit per se de meest gezonde manier is om ermee om te gaan, maar het heeft bij mij gemaakt dat ik over straat loop zonder angst voor de blikken. De blikken die me jarenlang binnen hielden op drukke tijden. Die me deden verstoppen in alles verhullende kleding. Die mij een continu gevoel van schaamte te voelen. Want lieve mensen, je uiterlijk zegt niets over jouw als persoon. Jouw uiterlijk is niet iets waar je zelf voor kiest (nee, een eetstoornis kies je ook niet voor, al ligt dat genuanceerder dan een aangeboren aandoening).
Jezelf als centrum van de wereld
Terugkomende op de uitspraak: als je denkt data iedereen jou ziet, dan vind je jezelf echt te belangrijk. Men bekijkt de wereld vanuit zijn visie. Het gross van de mensen is onzekere over zijn of haar uiterlijk. Heeft iets wat dusdanig gênant is dat de hele wereld dat moet zien. Wat hebben al deze mensen gemeen? Iedereen probeert een mening te vormen over zichzelf vanuit wat zij zien in anderen. In jouw leven ben jij het middelpunt en vormt alles zich om jou heen. Die persoon die naar jou kijkt, die heb jij ook gezien, anders wist je niet dat hij of zij keek. Onzekerheid komt zo veel voor. In alle doelgroepen. Er gaan bijna geen mensen over straat die als doel hebben de meest afwijkende persoon in de straat te vinden en die eens even flink aan te kijken en na te staren. En van die mensen die nastaren zal een deel zelfs staren vanuit een positief oogpunt, wauw durfde ik me maar zo te kleden. En bij anorexia helaas ook vaak, wauw, had ik maar de discipline om die bitterbal te laten staan. Mensen staren vanuit een oordeel die meestal gericht is op zichzelf. Als dit niet zo is, laat het ze dan goed weten, dan pak je ze het hardst. Terugstaren, je mond opentrekken, je niet laten pakken. Maar ook een simpele beleefde vorm: goh, ik merk dat je zo naar me kijkt, wil je me iets vragen, is een prima tussenvariant. Laat ze niet winnen. Je mag over straat zoals jij over straat wil (binnen degelijkheid en de kaders van de wet).
Aan alle mensen in een rolstoel
Ik heb zelf een aantal perioden van afhankelijkheid van een rolstoel gekend. Wat mij opviel is dat veel mensen de neiging hebben om op een kindertoon te praten en extreem veel verkleinwoordjes te gebruiken. Ook jullie wil ik meegegeven, laat van je horen. Waar voor mij bij nastaren terugstaren het beste werkt, gold dat ook voor de rolstoel. ‘Wil je dat ik het zakje met jouw spulletjes aan het hengseltje van jouw rolstoeltje hang?’. Dat is heel vriendelijk van u, hang het tasje maar met jouw handjes aan mijn rolstoeltje en ga dan maar gauw terug naar jouw stoeltje om de volgende klantjes te helpen, een fijne dag verder.
Conclusie
Aangestaard voelen, nagestaard worden, lelijke opmerkingen, mensen met oprechte shock in hun ogen. Het is naar. Maar het is menselijk gedrag. Let zelf maar eens op, je doet het waarschijnlijk ook wanneer jij een meisje van 9 ziet in volledige gothic outfit en piercings en denkt, zo jong? Ik heb veel methodieken uitgeprobeerd. Wat werkt is per persoon verschillend als aangestaarde en per persoon verschillend als aanstaarder. Wat zeker niet werkt is je schamen en wegkijken. 1. Je hoeft je niet te schamen voor je uiterlijk, hoe mismaakt je jezelf ook vindt. En 2. Die mensen hebben geen recht om jouw dag te verzieken met ramptoerisme. En als deze twee zinnen (nog) te ver van je bed zijn, mensen vergeten zo idioot snel dat ze aan het eind van de straat alleen het opvallende detail misschien nog kunnen terughalen, maar jij als persoon bent er al vanaf gekoppeld (aangenomen dat je geen beroemdheid bent, maar dan zou aanstaren positief kunnen zijn (denk ik)).