Aftakeling

27-02-2024

Steeds vaker op een onverwachts moment zie ik mijn reflectie staan.

Steeds minder mens staart terug, steeds vaker kijkt een zieke vrouw mij aan.

Telkens weer schrik ik oprecht, is dit wat ik geworden ben,

Kinderlijke maten, een oude rimpelige kop, geenszins de vrouw die ik ken.

Wetende dat het niet meer beter wordt, integendeel achteruit zal het enkel gaan.

Steeds een lelijkere vrouw zie ik, en ieder ander staan.

Help, stop, nee ik wil dit niet, die afgang doet zo’n pijn.

Zo graag zou ik net als ieder ander gewoon gewoon zijn.

Ja, ik ben me ervan bewust, niet is gewoon.

Maar ik weet dat er niet veel meemaken wat ik ervaar in het lichaam wat ik vanaf mijn ontstaan bewoon.

Wat gloriejaren van een leven horen te zijn, zijn het mijn jaren naar een eind,

Dagen wachten tot mijn lichaam doodgaat, mijn grote brein verdwijnt.

Een proces wat eng snel gaat waardoor constant van de feiten bewust.

Maar van een bewezen verloop van het einde ben ik niet uitgerust.

Eindeloos denken over het gebeuren zal.

Komt het onverwachts, of aangekondigd, ben ik bang in dat geval.

Piekeren gaat door eindeloos met een verkeerd effect.

Want door deze kennis ging mijn brein al voor mijn dood defect.  

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Translate »