De vooroordelen als verpleegkundige zijnde met een eetstoornis

Ik ben een jonge vrouw, een verpleegkundige en ik heb een eetstoornis. Een combinatie die bij anderen veel oproept. Een veel gestelde vraag die ik gehoord heb is: ‘hoe kan je als verpleegkundige een eetstoornis ontwikkelen?’ Soms de vraag ontbrekend maar duidelijk zichtbaar in die bepaalde blik, die boekdelen spreekt, wanneer ik mensen die van mijn eetstoornis weten trekken, wanneer ik vertelde dat ik zelf verpleegkundige was. Confronterend, veroordelend. Ik werd er heel onzeker van. Waarom werd dit tegen mij gezegd? Ben ik geen goede verpleegkundige, omdat ik de ziekte Anorexia Nervosa heb? Had ik dit met mijn kennis moeten voorkomen? Had ik het eerder moeten zien aankomen? Mag ik geen eetstoornis hebben, enkel omdat ik zelf in de zorg werk? Het maakte mij heel onzeker, zo onzeker dat ik ook tijdens mijn opnames liever niet meer wilde vertellen dat ik verpleegkundige ben, of was? Zelfs dat riep het bij mij op. Was ik verpleegkundige of ben ik het nog steeds? 

Dit wordt mijn eerste gastblog, voor Annaspreekt, voor jullie, omdat ook ik het belang voel mijn mond te openen. Ik ga de komende tijd blogs schrijven vanuit mijn eigen ervaringen als verpleegkundige. Een verpleegkundige die uiteindelijk zelf aan de andere kant van het bed is komen te staan. 

Psychiatrie in de opleiding tot verpleegkundige

In de opleiding tot verpleegkundige krijg je weinig theoretische kennis van patiënten met een eetstoornis. Je leert de basis welke soorten eetstoornissen er bestaan, wat de lichamelijke en geestelijke symptomen zijn en globaal de behandelingen. Wat volledige ontbreek is, wie is de eetstoornispatiënt en hoe ga je met diegene om? Wat kan je absoluut niet zeggen, wat zijn triggers, wat vraag je wel en wat vraag je niet? Hoe zorg je dat je de patiënt als mens blijft zien? Hoe ga je met een patiënt om die zelf ook in de zorg werkt als verpleegkundige? In mijn behandeling voor de ziekte ben ik erachter gekomen dat een het aantal (oud) zorgmedewerkers onder de eetstoornis patiënten bijzonder groot is. Daar is weinig over bekend, maar daarbestaan wel veel vooroordelen over. Hiermee wil ik direct de disclaimer er ingooien: ik neem het niemand kwalijk die mij verkeerd benaderd heeft als zorgprofessional. Vanuit de scholing weet ik uit eigen ervaring dat dit meer dan onvoldoendetijdens de opleiding tot verpleegkundige aan bod komt. Vanuit opleiding alleen heeft een verpleegkundige dus ook echt niet de skills om een juiste benadering van een eetstoornispatiënt of psychiatrisch patiënt in het algemeen te ontwikkelen

Mijn verhaal in vogelvlucht

Ik werkte al meerdere jaren als verpleegkundige in het ziekenhuis voordat ik ziek werd. Langzaamaan ging het bergafwaarts. In eerste instantie bracht de eetstoornis mij goede dingen. Ik werd zelfverzekerder door complimenten van collega’s op mijn nieuwe dieet en mijn gewichtsafname. Onder verpleegkundige is lijnen en diëten een enorm veel besproken onderwerp, enkel in positieve zin. Bij mij bleef het niet bij een onschuldig gezond dieet. Al snel nam het extreme vormen aan en begonnen de opmerkingen en vragen. Vragen en opmerkingen die ik zo nog voor mij kan halen. Zelfs nu, jaren later, vraag ik mij af: waarom stel je die vraag als collega-verpleegkundige? Persoonlijke vragen over het gewicht: ‘hoeveel weeg je nu, hoeveel ben je afgevallen, wat is je bmi, eet je nog wel? etc. Allemaal gericht op het standaard beeld wat er geschetst wordt rondom een eetstoornis. De echt helpende vragen: hoe is het nu echt met je? Wat speelt er nog meer? Wat heb je nodig? Die werden nooit gesteld. Het draaide bij mij namelijk echt niet om een dieet. Er ligt een diep probleem onder, maar daar werd nooit naar gevraagd. 

Ik realiseer mij dat deze vragen erbij horen, in gesprek met een zorgprofessional. Maar niet in gesprek met een collega. Dit zijn die je enkel stelt als behandelaar aan jou patiënt. Vragen die enkel thuishoren in een behandelrelatie.

De vragen ansich waren mijns inziens dus al niet passend naar mij als collega. Maar het ging verder dan de standaard vragen waar alle anorexia-patiënten regelmatig worden vermoeid. Want ik was anorexia-patiënt, maar ik was ook verpleegkundige, iets wat kennelijk nog veel meer vragen oproept. 

De opmerkingen die ik vaak kreeg: maar je weet toch dat dit slecht voor je is? Waarom doe je het dan nog? Je weet toch als je niet de juiste voedingsstoffen binnenkrijgt dat je tekorten gaat krijgen en jezelf nog zieker maakt? Waarom eet je niet even een boterham mee? Wil je niet een stukje taart? Je kan wel wat extra’s gebruiken! Eet gewoon eens even normaal, dan ben je snel weer beter. Ach, is dit niet gewoon een winterdepressie dipje? 

Vooral dit zijn opmerkingen en vragen waarbij mijn nekharen overeind kwamen te staan. Een eerste vraag die in mij opkomt is: ja ik was verpleegkundige, maar welke extra kennis moet ik dan hebben vanuit mijn professie om geen eetstoornis te mogen/ kunnen ontwikkelen? Tuurlijk weet ik dat eetgestoord gedrag niet oké is. Tuurlijk heb ik echt die theoretische kennis wel over de gevolgen van ondervoeding op het lichaam, daar ligt het echt niet aan. Maar denk jij dat patiënten zonder verpleegkundige kennis dit niet weten? Het gaat helemaal niet over deze theoretische kennis. Het gaat om wat er in je hoofd gebeurt. Toch heb ik het mijzelf heel lang kwalijk genomen, dat ik de kennis had om geen eetstoornis te ontwikkelen, en toch gebeurde het. Een veel overheersende gedachte is: ‘Ik was verpleegkundige, had voldoende kennis, was ‘slim’ genoeg om de ziekte de baas te zijn, waarom liet ik het dan toch mijn leven in? 

Zorgprofessionals die er wel voor hebben geleerd

Bij mijn collega’s kon ik nog denken, ik had niet alle kennis, zij hebben dat net zo goed niet. Alleen zorgpersoneel wat is getraind in eetstoornissen hebben echt verstand van eetstoornissen, hoe deze ontstaan, blijven bestaan en hoe het precies werkt in mijn hoofd.

Helaas.. zelfs zorgprofessionals waarbij ik verwacht dat zij zouden weten wat opmerkingen kunnen doen bij ES patiënten, kreeg ik exact diezelfde vragen te horen. Als ik het heel zwaar had tijdens mijn opnames in een eetstoorniskliniek of op de PAAZ, kwamen die eeuwig terugkerende vragen: Maar je bent verpleegkundige, je weet toch dat dit goed is? Je weet toch dat je moet aankomen en je reserves moet aanvullen? Je bent niet voor niets hbo afgestudeerd. Kom op, je kent de theorie, je kent de medische processen in je lichaam. Je weet toch vanuit je beroep dat 10 ml meer yoghurt echt niks uitmaakt? Dat eenextra mandarijn echt geen kilo meer betekent op een weegschaal? BAM! Oké die komen hard binnen. Ben ik dus nu niet meer goed genoeg? Ben ik het niet meer waard om verpleegkundige te zijn, omdat ik ondanks mijn kennis mijzelf de afgrond in heb geholpen? Mag ik mijzelf geen verpleegkundige meer noemen alleen omdat ik ook vatbaar bleek voor een ziekte die zo veel mensen treft? Moet ik nu echt de woorden ‘was verpleegkundige’ zoals geschreven staat in mijn openingsalineagebruiken? 

De gevolgen van die opmerkingen

Al deze vragen maakten mijn twijfel zo groot, dat ik tijdens mijn opnames voor anorexia nervosa niet meer openlijk durfde uit te komen voor het feit dat ik verpleegkundige ben (of was). Enkel om te voorkomen dat ik naast de stempel ‘eetstoornispatiënt’ ook nog eens de stempel ‘verpleegkundige met een eetstoornis’ op mij kreeg. Soms liep ik weleens op de gang en hoorde ik: ‘ohh kijk dat is die verpleegkundige met een eetstoornis’. 

Mijn groepsgenootjes wisten het soms ook niet. Tijdens de voorstelrondes liet ik mijn werk achterwege. Bang om ook door mijn groepsgenootjes raar aangekeken te worden. Ik wilde als gelijkwaardig behandeld worden, niet als iemand die gefaald heeft in haar eigen beroep. Mijn beroep was niet langer mijn beroep, maar een extra punt voor schaamte.

De twijfels groeide mee met de opmerkingen en vragen. Heb ik het mijzelf dan allemaal aangepraat? Dat dit niet het geval isheeft voor mij een hele poos geduurd om dat te beseffen, en nog steeds kan ik het niet goed accepteren. Ik weet dat het is een mentale ziekte is. Ik ben mentaal ziek en kan niet altijd helder nadenken en handelen naar mijn eigen kennis, kunde en mijn gezonde ik. Ik weet de theorie, maar dat betekent niet dat ik mentaal sterk genoeg ben om daar ook naar te handelen. Dat is iets wat ik niet kan. Daar heb ik hulp bij nodig, psychische hulp. Daadwerkelijk kijken naar wie ik ben en waarom ik op mijn problematiek reageer met een eetstoornis. Dit heeft niets te maken met het beroep dat ik heb uitgeoefend.

Dit is slechts een kleine greep uit mijn ervaringen met vooroordelen vanuit mijn werk en vanuit mijn opnames. Ondertussen ben ik in een uitkeringstraject gekomen, want voor nu is werken tijdelijk niet haalbaar. Zowel op fysiek vlak, maar echt op mentaal vlak. Het uitkeringstraject heeft veel haken en ogen, omdat ook zij de ziekte niet begrijpen. Daar is zeker ook nog winst uit te behalen voor arbeidsdeskundige en verzekeringsartsen. Wie weet komt daar nog een blog over. 

Conclusie die ik trek uit mijn eigen ervaringen

Er is een enorm verkeerd beeld vanuit zorgprofessionals naar eetstoornissen. Er wordt vanuit gegaan dat het alleen op voeding is gericht, maar men vergeet dat het een mentale ziekte is. Er worden vragen gesteld of opmerkingen gemaakt die kwetsend, privé en niet helpend zijn. Die er juist nog meer voor kunnen zorgen dat je je afsluit en niet gehoord voelt. Dat je verder de es in zakt om maar niet te voelen dat je waardeloos bent en alles wat het nog meer heeft opgeroepen waardoor je de es als coping hebt gebruikt. 

Het zou zo fijn als er tijdens de opleiding meer aandacht besteed wordt aan wat een eetstoornis nu écht inhoudt. Dat opleidingen ervaringsdeskundige inschakelen voor een gastcollege. En dit niet alleen op eetstoornis gebied, maar in het algemeen. Dat zou zoveel meer brengen in de gezondheidszorg.

Mochten er vragen opkomen, stel ze gerust en wie weet maak ik er nog een gastblog over.

2 gedachten over “De vooroordelen als verpleegkundige zijnde met een eetstoornis”

  1. Ik vond het interessant dat er veel verpleegkundige en artsen in de therapiegroepen zaten en eigenlijk helemaal niet raar. Mensen met een eetstoornis hebben vaak een heel laag zelfbeeld, dan is een van de manieren dat je jezelf ‘bestaansrecht’ kan geven, in de zorg gaan werken. Ja je hebt misschien de medische kennis, maar die had ik ook (zelf uitgezocht). Ondanks dat je idd theoretisch iets weet betekent niet dat je er naar kan handelen, anorexia blijft inmiddels een ziekte

  2. Ook verpleegkundige geweest en nu een eetstoornis

    Je bent verpleegkundige, en als je niet meer BIG geregistreerd bent, dan ‘niet praktiserend’ erachter.
    Voor het gemak zeg ik zelf altijd gewoon ‘ik ben verpleegkundige geweest’. Niks aan gelogen, en verpleegkundigen kunnen nou eenmaal ook ziek worden. Dat is wat het is. Het heeft geen zin om je af te vragen of je die titel nog verdient of niet, dat is niet hoe het werkt. Je hebt ‘m of je hebt ‘m niet.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Translate »