De basis van het probleem van de prikkelverwerking van een autistisch brein is eigenlijk dat het super talentvol is in de verwerking ervan. Laat deze zin even op je doordringen. Onvermogen tot goede prikkelverwerking door het hypertalent van prikkelverwerking. Voor nu is dat erg abstract, maar ik neem jullie mee, in een stuk uitleg over autistische breinen in het algemeen (wet breekt regel) maar ook specifiek in mijn hoofd. Hiermee hoop ik meer begrip op te brengen voor overprikkeling en vermoeidheid. Dit wordt namelijk afgedaan als luiheid en geen zin hebben, en dat doet mij en velen bekenden met autisme geregeld pijn.
Normale prikkelverwerking
Continu komt er informatie van zintuigen via zenuwen binnen in je brein. Dit zijn stroompjes die worden doorgegeven van zenuw up zenuw, tot ze in een juist hersengebied raken, waar ze kunnen worden omgezet vaan elektrisch signaal naar nuttige informatie. Echter is dit zo veel dat er een voorselectie wordt gemaakt, zodat het brein niet overal op reageert. Het meeste wat je binnenkrijgt is namelijk helemaal niet nuttig. Zo beschermt het brein zichzelf tegen een te grote dosis te verwerken informatie.
Zie even voor je alsof het brein een bedrijf is met een manager en een secretaresse. Alle informatie komt binnen bij de secretaresse. Zij snapt deze informatie niet 100% maar kan wel heel snel en effectief bedenken of dit nuttig is door te zetten naar de manager. Van de 100 mails, stuurt zij er 3 door, van de 30 telefoongesprekken 2. De manager gaat vervolgens uitgebreid aan de slaag met hetgeen dat hij binnenkrijgt.
Autistische prikkelverwerking
De secretaresse is nooit aangenomen, alle signalen komen direct. Je hebt geen filter, alles komt binnen, en alles komt binnen als even relevant. De manager gaat aan de slag met alles wat binnenkomt, alles moet tot in detail beantwoord en verholpen worden. Dit is immers de taak van de manager. De eerdergenoemde 100 mails en 30 telefoongesprekken zijn allen net zo relevant en worden even secuur en worden met evenveel aandacht afgewerkt. Voordeel, de manager mist niets door voorselectie van de secretaresse. Nadeel: iemand met autisme is altijd moe (vind je het gek als je continu alles moet zien, ruiken, voelen, horen, proeven en begrijpen) en raken op een gegeven moment overprikkeld (verderop meer).
Praktijkvoorbeeldje
Voor het voorbeeld er een genomen met weinig prikkels omdat er anders een ellendig lange tekst komt. Ik heb dit plaatje voorgelegd aan verschillende mensen met en zonder autisme en gevraagd wat zij zagen. Dit was het antwoord:
A (Autistisch):
- Waarom is de achtergrond niet overal even groot?
- Waarom is er gekozen voor deze kleur achtergrond? Heeft deze kleur een naam? De stip op het plaatje komt net niet overeen net de achtergrond. Heel naar.
- Is dit kunst? Kinderen kunnen dit ook? Zouden mensen Hier betaald voor krijgen? Van kunnen leven?
- Waarom zijn die verdomde kleurengevallen op het plaatje niet mooi rond.
- Die kleur rood trekt mij wel. Maar waarom is die maar zo klein.
- Het is alsof alles in elkaar is geduwd. De zwarte cirkel naar beneden, de gele naar boven. Waar is die ruimte boven en onder voor nodig. Voor als ze ooit besluiten terug te gaan?
- Hoe maak je zo’n zwarte cirkel. Hoe bedenk je het. Hoe werkt hij?
- Zouden mensen dit kopen? Hoe duur is dit? Hebben mensen hier geld voor over? Waarom schilderen ze dit niet even zelf?
- Zou ik dit niet gewoon kunnen doen? Als het me inkomsten geeft, waarom niet?
E (neurotypisch): zwart spiraal, bruine vlek, rode vlek, gele vlek
N (neurotypisch): een slak
M (autistisch):
-Waarom zit dat schilderij niet in het midden van het plaatje? Dit móet iedereen toch zien en naar vinden lijkt mij.
-Waarom mist er helemaal rechts onderaan een klein stukje wit
-Fijn dat er gedacht is aan schaduw van dat zwarte schilderij op die -ja wat voor kleur is dat eigenlijk? Geel? Oranje? Waarom hebben we niet duidelijke namen voor álle kleurvariaties die er bestaan? Oh dat bestaat wel in de vorm van zo’n code met cijfers en letters. Zal ik uitzoeken welke code deze kleur heeft? Of zou oranje-geel ook voldoende duidelijk zijn? – achtergrond.
-Wat doet dat miniscule zwarte stipje in die zwarte swirl, zou de tekenaar die per ongeluk gezet hebben doordat zn pen(seel) het doek nog een keer raakte?
-Waarom zijn het eigenlijk drie zwarte swirls en loopt het niet door zodat het 1 geheel vormt?
-Ik zou gekozen hebben voor echte cirkels ipv deze onregelmatige ‘cirkels’
-Dit schilderij is niet symmetrisch. De gele cirkel en zwarte swirls zitten precies in een punt van het schilder als je er een denkbeeldige lijn doorheen zou trekken. Bij de oranje en rode cirkel kom je niet in de punt uit als je er een denkbeeldige lijn zou trekken. Dat stoort mij, in gedachten ben ik het doek aan het uitsnijden of de figuren aan het herpositioneren zodat het wél klopt. Dat voelt rustiger.
-Zouden mensen dit echt mooi vinden/kopen/ophangen in hun huis? Dit is toch niet knap of creatief maar een soort simpel doodlewerkje
-Die grote gele ‘cirkel’ lijkt wel een urinevlek
-En nu ik daaraan denk doet die rode vlek me denken aan opgedroogd bloed
-Zou dit geïnspireerd zijn op een kop koffie met natte onderrand op een papier gezet waarbij er een beetje geknoeid was waardoor er zo’n swirl en wat druppels op het papier terecht gekomen zijn? Maar als dat zo is, zou je alleen die buitenste swirl gehad hebben. Of zou het mogelijk zijn om wél meerdere swirls te krijgen? Zou ik even moeten testen.
E (neurotypisch): zwart spiraal, bruine vlek, rode vlek, gele vlek.
M (neurotypisch): het eerste wat er in mijn hoofd opkomt is het hoofd van een giraffe.
De overige commentaren bespaar ik jou als lezer omdat de algemene conclusies hieruit te trekken zijn en omdat deze conclusies ook getrokken kunnen worden over de andere reacties maar dit anders een artikel wordt over een abstract kunstwerk in plaats van het binnenkomen en verwerken van prikkels. Ik hoop dat je me hier maar op mijn woord gelooft.
Feitelijke conclusies
- De stukken van mensen met autisme zijn in omvang veel groter dan die van neurotypische beoordelaars. De groep is te klein voor een echte harde conclusie hierover, maar naar mijn mening is dit zeker suggestief voor het niet kunnen leggen van prioriteiten (bekend bij autisme) en het waarnemen van alles zonder filter (ook bekend bij autisme).
- Meerdere keren zijn er neurotypische beoordelaars geweest die antwoord gaven op de vraag ‘welke associatie leg jij bij dit schilderij’. Echter was dit niet de vraag. De vraag was letterlijk ‘wat zie jij’. Onder de groep vaan mensen met autisme was er niet een iemand die enkel een associatie gaf, maar allen gaven antwoord op de letterlijke vraag. In dit geval vind ik dit een interessante observatie, aangezien het letterlijk nemen van taal bij autisme vaak in een negatief daglicht wordt gezet, maar naar mijn mening hebben de autisten hier de opdracht toch echt beter uitgevoerd (schouderklopje aan alle autisten).
- Niet een keer wordt de achtergrond genoemd onder de groep neurotypische deelnemers, terwijl dit een hele grote stoorzender is bij de groep met autisme.
Tijdens de beoordeling van het schilderij
Maar het stopt niet met het bekijken van het plaatje. Tegelijk ben ik me bewust van alle geluiden om me heen:
- Er rijdt een sirene voorbij. Goed luisteren. Oja, dit is een brandweerwagen. Waar zou die heen gaan?
- Een deur gaat dicht. Buiten volgens mij. Wat een raar tijdstip.
- Kunnen ze die sondepomp niet wat zachter maken, zo ben ik me altijd bewust van mijn volpropproces, arhhh.
- Knal, schrik, wat was dat
- Het klinkt als een motor, maar het houdt zo lang aan, zou het dan toch een grasmaaier zijn
En intern gebeurt er ook enorm veel:
- Ik moet plassen. Wel of niet eerst dit stuk afschrijven. Ik zit er zo lekker in. Maar straks krijg ik weer blaasproblemen.
- Ik zit echt niet chill maar zo staat mijn laptop het handigst. Zo blijven zitten of laptop op schoot pakken.
- Ik heb zin in koffie maar geen zin om de afdeling op te gaan. Wat weeg zwaarder.
- Is mijn expertise wel groot genoeg om dit stuk te schrijven?
Gevolgen van de autistische prikkelverwerking
Prikkels verwerken kost energie. Logisch want je hoofd heeft energie nodig om dingen te verwerken, om te denken. Door het missen van de voorselectie, hebben de hersenen veel meer prikkels om te verwerken. Daarbij hebben mensen met autisme het veel meer nodig om dingen te begrijpen voor een observatie kan worden losgelaten. Niet alleen die achtergrond is asymmetrisch, maar waarom is dat zo? Een menselijk brein is niet gemaakt voor zo veel verwerking van prikkels en gedachtegangen en raakt chronisch vermoeid.
Overprikkeling
Door de overvraging van het brein, raakt het regelmatig overprikkeld. Eigenlijk vergelijkbaar met een medewerker die zo lang en intensief heeft gewerkt, dat het zijn werk niet meer goed doet. Dat maakt hem geen slechtere medewerker. Dit zegt dat hij naar huis moet voor rust om morgen verder te kunnen. Precies dit is ook gaande in het brein. Het is zodanig overbelast dat het steken laat vallen. Hoe meer je hem in dit geval blijft belasten, hoe meer steken het laat vallen. Het heeft echt rust nodig om te resetten.
Symptomen
Vaak voel je, zeker als je weet wat je kan verwachten, een overprikkeling aankomen. Voorsymptomen zijn:
- Hyperactiviteit
- Hyperalertheid
- Verminderd begrijpen wat er om je heen gebeurt
- Neiging tot veel praten
En vervolgens komt de overprikkelde fase:
- Geen prikkels kunnen verdragen
- Behoefte aan een stille ruimte
- Behoefte aan een donkere ruimte
- Voorkeur voor eenzelfde positie
- Stimgedrag (herhalen van een bepaalde beweging om rust te worden)
- Alleen willen zijn
- Niet op woorden kunnen komen
- Soms: uitval van lichaamsfuncties
Ontprikkelen
Het enige medicijn tegen overprikkelen is ontprikkelen. Dat klinkt helaas romantische dan het is. Voor mij betekent dat urenlang in het donker op mijn bed wachten, tot mijn hoofdbliksem stopt en de bliksemgeleider weer overeind staat. De duur hiervan hangt af van de mate van overprikkeling. Soms is een uur voldoende, gisteren had ik 18 uur nodig. Wat je tijdens dat ontprikkelen doet? Echt helemaal niets. Niet kijken, niet horen (oordopjes zijn top) zelfs niet bewegen. Maar denk niet dat dit fijn voelt als een chillsessie op de bank na een vermoeiende dag. De eerste minuten, soms het eerste uur is een welkome oase van rust. Maar vanaf een bepaald moment kan je geen prikkels hebben (dan schiet je hoofd direct terug in overprikkeling) maar ben je je heel bewust van het feit dat je niets doet. Ik kan me echt kapot vervelen. Het openen van een oog om te kijken of ik niet toch wat kan doen is echter al genoeg om me weer verlamd op dat bed te krijgen. Wachten.
Misplaatst gebruik van overprikkeld
Het gebruik van autistische kenmerken in het taalgebruik van neurotypische mensen over iets wat niet is wat zij bedoelen kan mij enorm frustreren. Niet alleen het gebruik van autist wanneer iemand een beetje star, rechtlijnig of niet zo spraakzaam is, maar voor overprikkeld wanneer iemand moe is na het opzoeken van de meest prikkelrijke omgeving die je maar bedenken kan. Waarom mij dit frustreert? Omdat mensen met autisme zo veel last hebben van overprikkeling, zo onwijs veel last, en dit ontstaat niet door het opzoeken van zeeën van prikkels. Het normale leven is genoeg. En dan stopt het functioneren, van het brein, van het lichaam, en ben je veroordeeld tot ontprikkelen. Nee lieve mensen, wat jullie bedoelen is ik ben moe en moet uitrusten. Je hebt niet ineens een beetje autisme omdat je keihard gefeest hebt en last hebt van de prikkels, net als dat je geen longkanker hebt bij een flinke hoestbui.
Overprikkelen is een groot probleem bij autistische mensen en is een van de grootste problemen waardoor zij ook niet goed meedraaien in de maatschappij. Werkplekken zijn niet ingesteld op chronische vermoeidheid en op het laatste moment afzeggen doordat je brein weigert. Logisch, daar is ook bijna niet op in te stellen. Toch is het jammer. Neem mij als voorbeeld. Ik heb echt voldoende hersencapaciteit om te werken. Maar niet altijd. En niet voorspelbaar. En daarom zit ik toch echt thuis. Zonde.