20-07-2023
Ik voel mij alsof ik dobber, al dobberend het leven door,
Kiezen voor herstel of nee toch maar weer voor mijn eetstoornis een en al oor.
Nee het echte leven, dat is waar ik voor moet gaan.
Angsten, voor het echte leven, een leven zonder de verdomde eetstoornis die gooi ik uit het raam.
Maar zo makkelijk dobber ik die kant niet uit,
Want de wind geeft een zuchtje, en hop alle gedachten zijn eruit.
Mijn hoofd vult zich met nieuwe, die enge wereld daar moet je ver van blijven.
Gewoon de regels van de eetstoornis volgen en je zult voor altijd in een veilige wereld verblijven.
Dit is niet de stroom waar je heen dobberen wil want je weet dit is een leugen,
Maar enkel deze stroom volgen is waarvan je weet hoe je het moet volgen, wat je je echt kunt heugen.
Maar de stroom begint te leiden naar een heuse waterval.
En je beseft je dat blijven dobberen niet zal leiden tot rustig verder doezelen maar een onomkeerbare val.
Zwemmen moet je, tegen de stroom, met al de kracht die in je zit.
Maar je komt erachter dat jij alleen als dobberaar die kracht helemaal niet bezit.
Mensen met zwemvesten zullen je uit die stroming moeten wegvangen.
Grote enge mensen waarvoor jij bang bent maar waar jouw vleugels tevens naar verlangen.
Gered worden, stoppen met zwemmen, uitgeput op het droge opwarmen in de zon.
Gevoed worden, aankomen, beter worden, zodat er eindelijk plek voor een beter leven komen kon.