Angst en somberheid als een gordijn over mij heen,
Hoop voor de toekomst, daadwerkelijk geen.
Opgeven is zo definitief,
Maar vechten voor iets wat waarschijnlijk nooit komen gaat zo naïef.
Moe, zo moe, ik kan niet meer.
Het verleden, het heden, mijn kans op de toekomst, alles doet me zeer.
25 jaar, nog niets bereikt,
Enkel mijn CV met DSM-labels verreikt.
Nooit verder komen, maar ik vecht zo hard ik kan,
Hoe langer het gevecht, hoe duidelijker het wordt dat ik dit leven niet aankan.
Geboren met een misvormd brein, door de jaren heen verknipt en verscheurd,
Maakt dat herstel niet met een paar spreekwoordelijke pleisters gebeurt.
Waar ligt de grens tussen herstelbaar en geef maar gewoon op?
Ik wil zo graag strijden, maar wetende dat er een kans is op.
Op een leven met kwaliteit,
Op een leven met blijdschap waarin ik het gevoel ervaar van vrijheid.
Wetenede dat dat leven zal komen, wil ik er met alles wat ik heb voor gaan,
Om tot in de eeuwigheid te bestaan.
Maar als het bij voorbaat onbegonnen werk is,
Laat mij dan nu opgeven, en accepteer dan dat het is wat het is.